Het ontstaan van uitvaartverenigingen

Veel mensen zijn (nog) lid van een uitvaartvereniging.

Burenplicht of noaberschap

Het ontstaan van uitvaartverenigingen komt voort uit de zogenaamde burenplicht of noaberschap. Burenplicht is een eeuwenoud gebruik. Het is een traditie die vooral op het platteland voorkwam.

Een gehucht met een klein aantal inwoners heette vroeger een nabuurschap. Iedere buur had de plicht om andere buren desgewenst met raad en daad bij te staan.

Ook bij het overlijden waren het de buren die het regelen van de begrafenis op zich namen. Een ‘aanzegger’ ging langs de huizen om de buren op de hoogte te brengen van het overlijden.
De volgende morgen werden om ongeveer 11 uur de klokken geluid. Zo werd het overlijden aan het hele nabuurschap bekendgemaakt.
Buurvrouwen hielpen bij het afleggen. De kist werd door de buren naar de begraafplaats gedragen. Na afloop werd er in het sterfhuis koffie gedronken en soms een borrel. Dit werd allemaal verzorgd door de buren.

Oprichting begrafenisverenigingen

De dorpen werden groter. De organisatie voor een begrafenis werd ook steeds ingewikkelder. Daarom werden rond 1900 de eerste begrafenisverenigingen opgericht. De verenigingen namen de taken over van de burenplicht. De mensen uit de dorpen werden lid en betaalden contributie. Op die manier was er altijd geld om een uitvaart te bekostigen.

Een uitvaartvereniging heeft uitvaartverzorgers (ook wel bode genoemd) ‘in dienst’. Zij verzorgen de uitvaart van de leden. Als de leden gebruik maken van deze uitvaartbegeleider, dan krijgen ze een korting op het tarief voor de begeleiding en een korting op de prijs van de kist.

Vrije keuze uitvaartverzorger

Veel mensen denken dat als je lid bent van een uitvaartvereniging dat je dan verplicht bent om de uitvaartverzorger van de vereniging te nemen. Echter, je bent altijd vrij om te kiezen wie je als uitvaartverzorger wilt! Het is dus verstandig om bij leven een keer na te gaan hoe het bij jouw uitvaartvereniging is geregeld.